- beginnen
- {{beginnen}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [starten, openen] commencer♦voorbeelden:1 een gesprek beginnen • entamer une conversationeen winkel beginnen • ouvrir un magasinde les beginnen met een overhoring • commencer la leçon par une interrogation¶ wat moet ik met hem beginnen? • je ne sais pas quoi en faire!begin er niet aan! • laisse tomber!II 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [algemeen]commencer2 [+ over][gaan praten] commencer à parler (de)♦voorbeelden:1 was ik er maar nooit aan begonnen • je n'aurais jamais dû 〈+ werkwoord〉dat begint goed! • cela s'annonce bien! 〈ook ironisch〉opnieuw beginnen • recommenceraan iets nieuws beginnen • se mettre à autre chosemet iets beginnen • 〈iets eerst doen〉 commencer par qc., commencer par faire qc.; 〈begin maken met iets〉 commencer qc., commencer à faire qc.laat ik beginnen met iedereen welkom te heten • tout d'abord, je voudrais souhaiter la bienvenue à toushet begint te lijken • cela commence à prendre forme2 laten wij ergens anders over beginnen • passons à autre choseover politiek beginnen • commencer à parler politique¶ daar kan ik niet aan beginnen • (en ce qui me concerne) c'est hors de questionals je zó begint … • si tu le prends comme ça …voor zichzelf beginnen • se mettre à son compte→ {{link=bezinnen}}bezinnen{{/link}}
Deens-Russisch woordenboek. 2015.